Velen zijn zelfs nooit naar school geweest
De deelnemers aan de inburgeringscursus in
Schijndel zijn 'erg gedreven'.
Door Fiona Waddell
Schijndel -Peter Plaatzer begint iedere les met een actualiteit. "Op
Prinsjesdag bijvoorbeeld vertelde ik dat we in Nederland een koning en een
koningin hebben. Zo leren ze meteen iets over de Nederlandse samenleving. Want
dat is ook een onderdeel van de cursus."
Plaatzer is docent bij VluchtelingenWerk West- en Oost-Brabant & Bommelerwaard
(WOBB). Dat is een organisatie, onderdeel van VluchtelingenWerk Nederland, die
zich al jaren inzet voor vluchtelingen en asielzoekers. Sinds kort ook door het
verzorgen van een inburgeringscursus in Schijndel. Op dinsdag-, donderdag- en
vrijdagochtend geeft Peter Plaatzer in Cultureel centrum 't Spectrum in
Schijndel les aan acht mensen. Hij vertelt dat veel van de cursisten zelfs nog
nooit naar school zijn geweest. "Ze moeten nog leren hoe een boek in elkaar zit.
Dat je bovenaan moet beginnen en van links naar rechts moet lezen. Dat ze een
half uur per dag huiswerk moeten maken en hoe ze aantekeningen in de les moeten
maken." De overheid wil dat de cursus vanaf de eerste les gericht is op
aansluiting op de arbeidsmarkt, vertelt Plaatzer. De docent vindt dat geen goede
zaak. "Het is belangrijk dat ze eerst de basis van de Nederlandse taal leren. Om
meteen te beginnen met het schrijven van een sollicitatiebrief vind ik te snel.
Het is beter om dat aan het eind van de cursus te doen."
Als de actualiteiten zijn besproken, wordt er klassikaal Nederlands geoefend.
Plaatzer zegt een zin voor en de cursisten moeten de zin herhalen. Ook worden er
tegenstellingen geoefend zoals 'warm' en 'koud'. Tenslotte wordt de klas in drie
groepen verdeeld. Er is een alfabetiseringsgroep die de lettertekens van ons
Latijnse schrift nog moet leren. Een groep wordt opgeleid tot het niveau A1. De
leden daarvan moeten dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen kunnen begrijpen en
gebruiken. Daarna kunnen zij doorstromen naar de groep die opgeleid wordt tot
het niveau A2, het eindniveau voor het inburgeringsexamen.
Elk groepje heeft een eigen docent of vrijwillige taalcoach. José van Kasteren
helpt de groep van Haani Muhadin uit Somalië, die samen met haar neef Abdirahman
Mohamed de cursus volgt. Ze wonen allebei nog maar één jaar in Nederland. "Ik
heb vandaag de dagen van de week geleerd, de maanden van het jaar en ik heb
leren spellen", vertelt Muhadin trots. De inburgeringscursus in Schijndel is
voor vluchtelingen uit de regio Schijndel, Sint-Oedenrode en
Sint-Michielsgestel. In Gelderland is het al een beproefd concept. Daar worden
de cursussen gegeven door het bedrijf Quality Communication, waar
VluchtelingenWerk mee samenwerkt. "Wij geven ook al cursussen in Drunen, Oss en
Valkenswaard, maar we willen het aantal cursuslocaties uitbreiden, omdat de
vluchtelingen vanwege de verblijfsprocedure vaak al contact met ons hebben en
het voor hen laagdrempeliger is om bij ons een inburgeringscursus te volgen",
vertelt Ljalja van Halderen, van VluchtelingenWerk WOBB. De cursisten in
Schijndel zijn volgens haar erg gedreven. "Ik geef ook een inburgeringscursus in
Helmond, maar daar is de cursus niet alleen voor vluchtelingen. De mensen hier
in Schijndel zijn veel meer gemotiveerd, want zij kunnen echt niet terug naar
hun land", vertelt docent Plaatzer.
Inburgeraars moeten sinds 1 januari 2013 zelf de inburgering regelen en betalen.
Een inburgeringscursus kost gemiddeld zo'n 3200 euro en het bedrag kan oplopen
tot 5000 euro. De Dienst Uitvoering Onderwijs verstrekt daarvoor leningen, maar
alleen als de instelling die de cursus geeft een keurmerk heeft.
VluchtelingenWerk WOBB heeft dat keurmerk sinds kort. Als een vluchteling het
inburgeringsexamen binnen drie jaar niet haalt, kan hij geen vergunning voor
onbepaalde tijd aanvragen. En dat betekent dat hij of zij dus in onzekerheid
leeft over het verblijf in Nederland. Zo'n examen haal je niet zomaar,
verzerkert Van Halderen. "Je moet veel Nederlands praten om het te leren en dat
doe je met elkaar, niet in je eentje thuis."
Nicole van Lierop coördineert het taalcoachproject en gaat binnenkort iedere
cursist aan een taalcoach koppelen. Deze coach zal hen thuis helpen met
huiswerk, maar ook mee boodschappen gaan doen, of een stukje gaan wandelen. "Wij
willen deze activiteiten aanbieden om de cursisten te helpen de kennis die ze
hier opdoen in praktijk te brengen", aldus Van Lierop. Half oktober start een
inburgerinscursus in Uden en als er voldoende aanmeldingen zijn, zal er ook in
Sint-Oedenrode een groep worden gestart.
Inburgeringsexamen
"Fouten durven te maken"
Docent Peter Plaatzer vindt het belangrijk dat de cursisten
meer zelfvertrouwen krijgen. "Ze zijn vaak bang om fouten te maken. Ik wil een
veilige omgeving creëren, zodat ze zowel hier als thuis meer Nederlands durven
te praten en ook fouten durven te maken. Om een leven in Nederland op te kunnen
bouwen, moet je beginnen bij de taal. Het geeft mij voldoening om ze daarbij te
helpen."
"Met één of twee klinkers?"
Madima Tumgojeva is dertien jaar geleden met haar man en
kinderen uit Tsjetsjenië gevlucht. De rest van haar familie is omgekomen in de
oorlog. Ze heeft dit jaar een verblijfsvergunning voor vijf jaar gekregen, maar
wil graag een vergunning voor onbepaalde tijd en volgt daarom deze cursus.
"Schrijven vind ik moeilijk, vooral of een woord één of twee klinkers heeft."
"Er wordt hier ook gelachen"
José van Kasteren heeft elf jaar in het voormalige
asielzoekerscentrum in Schijndel gewerkt, daarna woonde en werkte ze in Kenia.
Sinds een paar maanden is ze terug in Nederland en helpt ze vrijwillig als
taalcoach bij de inburgeringscursus. "Het mooiste vind ik dat de cursisten
ondanks de trauma's hun gevoel voor humor niet hebben verloren. Er wordt ook
gelachen in de les."
24 september 2014
<< terug